Kenmerken van autisme
Geen twee mensen (met autisme) zijn gelijk. Dit maakt het ook zo lastig om gedrag van personen met autisme op de juiste wijze te duiden. Ouders, familie, begeleiders, verzorgers, leerkrachten, collega’s, en (peuterspeelzaal)leidsters voelen vaak intuïtief aan dat de persoon anders is dan andere, maar kunnen er niet precies de vinger opleggen. Bovendien moet men ook erg voorzichtig zijn met al te snelle conclusies, omdat er deskundigheid voor nodig is om precies vast te stellen wat er aan de hand is.
Personen met autisme hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Alle vormen van autisme worden gekenmerkt door een triade van stoornissen (van Doorn & Stavenga, 2001, pagina 210):
Stoornis in de sociale wederkerigheid:
- het contact kan grenzeloos en bizar zijn
- er is sprake van objectivering van de ander de persoon kan plezier en bezigheden met anderen niet delen
Stoornis in de communicatie:
- het taalgebruik is, hoewel vaak correct, eigenaardig of plechtstatig
- de persoon maakt gebruik van stopwoorden en stereotype uitdrukkingen
Stoornis in het verbeeldend vermogen:
- de persoon is in de ban van één thema, heeft éénzijdige interesses (bijv. dinosaurussen, astronomie, vliegtuigen, computers)
- de persoon stelt eindeloos vragen om het vragen
- de persoon verliest zich in fantasieën; fantasie en werkelijkheid worden nauwelijks onderscheiden
- de persoon kan onlogische angsten hebben
- er is sprake van gefragmenteerd denken en de persoon heeft moeite met generaliseren.